Vanaf 19 februari ben ik voor 10 dagen in Belgrado om generatiegenoten te spreken over het heden en hier en daar een flard toekomst. Hoe staat de stad en het land ervoor en wat wil de jonge Serf? Aflevering 1: Don’t mention the war.
Hier volgt een korte cursus Belgrado. Belgrado is de hoofdstad van Servië. Het heeft 1,3 miljoen inwoners (bijna 20% van Servië) en betekent letterlijk ‘witte stad’, vanwege het witte kasteel dat op een top staat. Ook grappig: de Vlamingen zeggen Belgrádo. Gekke Vlamingen. In 1404 was het voor het eerst de hoofdstad en, ohja, het werd in de 20ste eeuw vijf keer gebombardeerd.
Don’t mention the war (linkie) is mijn voornemen bij een 10-daagse-trip naar deze stad, die hopelijk de eerste trip van velen gaat worden. The war is ook niet wat ik zoek. Ik hoop de hoop te vinden. Van verschillende mensen hoor ik mooie verhalen over de stad en het land. De atmosfeer doet denken aan Berlijn jaren ’80, ook al hebben mijn bronnen dat Berlijn zelf nooit meegemaakt. Horen zeggen van horen zeggen dus, niet de meest solide journalistieke basis ever. Eerst zien, dan geloven.
Dag tot dag
Don’t mention the war herhaal ik als ik een Skype-gesprek met de echte Belgradoër Nikola Lokum Mandic voorbereid. Dat komt goed uit want ik heb helemaal geen zin in oprakelen van oud oorlogszeer en, om eerlijk te zijn, ontbreekt de achtergrondkennis. Ik wil de toekomst of op z’n minst het heden. Nikola belt en binnen vijf minuten gaat het over de oorlog. Ik sla mezelf voor mijn hoofd, dit had ik moeten weten. Het zijn er ook zoveel geweest de afgelopen eeuw. Geen toekomst zonder verleden en volgens Nikola is het met de Serf vervlochten. “We leven van dag tot dag. We hebben geen langetermijnplanning. Hoe kan het ook anders, als morgen alles anders kan zijn? Als je morgen ontslagen kan worden, of de onrust uitbreekt?”

Niet dat ze daar somber van worden, hoor. Juist niet, de sfeer is nu goed, het is veilig op straat en iedereen helpt elkaar. En dat is maar goed ook, want de overheid doet het niet. “En we feesten de hele week door. We hebben niet zoiets als weekend, je kan elke avond los.” De vergelijking met Berlijn heeft Nikola vaker gehoord. “Maar zelf ben ik er nog nooit geweest. Bijna niemand hier.” De verbintenis met de omringde Balkanlanden is veel groter. Landen die 20 jaar geleden de grootste vijanden waren, komen nu in grote getalen naar Belgrado om te feesten.
Lelijke stad
“Belgrado is een lelijke stad, maar wel de beste stad,” zegt Nikola. “En 10 dagen is een goede tijd om de stad een beetje te begrijpen.” Dat begrijpen hoop ik te bereiken door met veel generatiegenoten te spreken. Ik wil zien hoe zij hun situatie zien en of ze vooruit durven kijken. Ontwikkeling start vaak vanuit de creatieve sector, dus daar begin ik. De vlucht is geboekt en het Airbnb-bed gespreid. Daarna zie ik wel. Ik kijk van dag tot dag, net zoals een echte Serf.
Volg mijn belevenissen via deze blog of Facebook of desnoods Twitter.