Reportage: “Je moet het niet persoonlijk oppakken”

Op Oerol schreef ik twee weken voor de dagkrant. Zoals deze reportage van het gezelschapsspel Stranger van Emke Idema.

Rederij Doeksen is dit jaar het decor voor het meest ongezellige gezelschapsspel ter wereld: Stranger van Emke Idema. Bij het vooroordelenspel valt veel te lachen, maar het gaat onder je huid zitten.

Tekst Bram van Dijk Foto Geert Snoeijer

© Geert Snoeijer
© Geert Snoeijer

Joop Stienstra staat voor Doeksen te wachten. Als Chef Wal heeft hij de leiding over wat er op de wal gebeurt bij Rederij Doeksen. “Als hier binnen de voorstelling is, dan zorg ik ervoor de dat ruimte verder leeg is.” Emke Idema, de maker van Stranger, is erg blij met Joop en de ruimte. “Ik ben altijd op zoek naar plekken waar mensen normaal gesproken niet lang zijn. Deze terminal heeft veel glas, waardoor het open is.”

We staan met een groep te wachten voor de ingang. Door het glas kijk ik naar binnen. Er staat een peloton aan portretten op een stok zodat ze op ooghoogte komen. “We hebben juryleden, supports en spelers nodig,” zegt de jongedame van het intropraatje.  “Alleen als speler kan je winnen. Wie wil er speler zijn?” Ze telt de vingers. Daarna bieden juryleden zich aan, de rest is supporter. Ik ben supporter.

We gaan naar binnen en de spelers gaan op het speelveld staan. De spelers lezen om de beurt een Monopoly-achtige kanskaart voor waarop vragen staan als “Wie heeft dit jaar niet meer dan één boek gelezen?” en “Wie is je beste vriend?” De voorlezende speler kiest een portret en daagt een andere speler uit dit ook te doen. De jury bepaalt wie het het beste gekozen heeft.

Op slinkse wijzen wordt het publiek erbij betrokken. Ook ik ontspring de dans niet. “Wie heeft of krijgt het minste overwicht als ouder?” Ik verlies van een bebaarde man met een shirt waarop Oerol ’09 staat. “Je moet het niet persoonlijk oppakken,” zegt de vrouw uit de jury. Maar hoe dan wel?