Proza: Kindermaat 176

Ik was een fors kind. Mijn vader zei stevig gebouwd, mijn oom zei Michelinmannetje. Broeken waren te lang of te krap, shirts te strak of uit verhouding. Alleen de trui met een aap die de tralies van zijn kooi uit elkaar boog, paste me precies. Ik had hem dan ook altijd aan, de jeugdfoto’s bewijzen het. Hij, de trui, was door mijn moeder gemaakt.

Al snel zat ik aan kindermaat 176, na deze maat waren er alleen nog grote mensen maten. Ik vroeg aan mijn moeder waar dat getal voor stond, 176. Ze vertelde me dat het de geschatte lengte van het kind was. Ik was elf centimeter te klein. De trui met de aap was ik inmiddels ontgroeid.

Deel me en win me! En win als Deler Van De Week een artikel, filmpje of fotoreportage.