Achtergrondartikel: EK-lab kijk je zo

In navolging van EK kijk je zo over voetbal kijken met een tweede scherm op je schoot, vandaag in de Volkskrant EK-lab kijk je zo. Over hoe data iets toevoegt aan de voorbeschouwingen.

EK-LAB KIJK JE ZO

Klik voor groot

Data in het voetbal, we zijn er dol op. Op het EK, waar alleen de uitslag telt, zijn nauwkeurige statistieken van groot belang voor de voorbereidingen van de elftallen. De NOS experimenteert dit toernooi met het EK-lab, waarin verzamelde data voer zijn voor de voor- en nabeschouwingen. Het gaat verder dan balbezit en schoten op doel. Veel verder.

Met het EK-lab wil de NOS verdieping van de programma’s bereiken.
Tot aan de eliminatie van het Nederlands elftal was het EK-lab een vast blokje in het dagelijkse EK Journaal. Met de uitschakeling van Oranje is het EK Journaal opgeheven, maar het EK-lab maakt nog steeds deel uit van de voor- en nabeschouwingen. Het lab geeft de cijfers achter de analyses, als basis van nieuwe analyses. De gegevens zijn afkomstig van softwarebedrijf en dataverzamelaar ORTEC, met als tv-woordvoerder de video-analist van Ajax Michele Santoni. Met het EK-lab wil de NOS de voorbeschouwingen verrijken door “niet te hoeven praten over een speler die ‘volgens mij’ niet heel goed speelt,” zegt hoofdredacteur NOS Sport Maarten Nooter. ‘De cijfers bewijzen of een speler wel of niet in vorm is.’

De data zijn ongelofelijk gedetailleerd.
Elke keer als een speler aan de bal komt, is dat een actie. Van alle acties wordt bijgehouden hoe ze worden uitgevoerd. Is het een duel, dan turft het systeem 1 x verlies voor speler A en 1 x winst voor speler B. In welke richting ging de bal? Was dat op doel? Waar op doel? Wie schoot de bal? Binnen of buiten de 16 meter? En deed hij dat met links of rechts? En op welke tijdscode deed deze speler dit?

Elke wedstrijd wordt bijgehouden door vier analisten, onder toeziend oog van een supervisor.
Dat is twee analisten per team. Eén teamlid drukt op een voetbalveldvormig touchscreen, op de plek waar de actie zich voltrok. In codetaal geeft hij aan teamlid twee door wat voor actie het was en hoe deze was uitgevoerd. De supervisor controleert of het goed gaat.
Het turven gebeurt voor een computerscherm in een afgesloten ruimte met de beelden die Nederland 1 uitzendt. Dat is praktischer en secuurder dan in het stadion, al mist er soms een actie vanwege een herhaling.
Na de wedstrijd is er een geautomatiseerd verslag in pdf van zo’n 60 pagina’s, waarin de belangrijkste variabelen. Bijvoorbeeld de veldbezetting van de linkervleugelverdediger of de gemiddelde positie van alle spelers. Dit verslag belandt op het bureau van een data-analist, die de bijzonderheden eruit probeert te filteren. Vermoedt hij een andere opvallende variabel of wil hij een vergelijking toepassen, dan vraagt hij aan de econometrist of hij die uit de pure data wil vissen.

In Boekarest zit een extra team analisten te turven, in het geval er iets mis gaat.
De eersterangs data voor dit EK komen uit het Belgische Haacht, een dorpje ten noorden van Brussel. Mocht daar de stroom uitvallen of de computer ontploffen, dan staat er in Roemenië een reservebank met analisten klaar die precies hetzelfde bijhouden. Dat zijn dus nogmaals twee analisten per team plus een supervisor.

Gouden medaillewinnaar Peter Blangé staat aan het hoofd van de sporttak van het bedrijf achter de data.
ORTEC Team Support System is een aftakking van ORTEC, een bedrijf dat groot is geworden met planningssystemen zoals de logistiek van Coca Cola voor Noord-Amerika. Een andere belangrijke naam bij het EK-lab is oud-documentairemaker van Bernard Krikke, onder andere bekend van het ‘groot wetenschappelijke strafschoppenonderzoek’ en de documentaire ‘How to win the World Cup’. Krikke, nu eigenaar van Facts First Media, stapte met het plan Studio Sport-hoofdredacteur Maarten Nooter. Eerst met het idee voor een losstaand programma, uiteindelijk werd het een onderdeel van de EK-programma’s van de NOS.

ORTEC is een van de vele dataverzamelaars in de voetbalwereld.
De data van het EK-lab zijn andere dan die de NOS gebruikt voor de webapplicatie voor tweedescherm.nl, die weer verschillen van de data die de UEFA in beeld laat zien. Niet alles is handwerk, het systeem begrijpt dat er na een bal over de zijlijn een ingooi volgt en wat het favoriete been van een voetballer is. Er wordt geëxperimenteerd met een trackingcamera in de nok van het stadion die alle spelers herkent en volgt. Wel wordt een kaal hoofd af en toe voor de bal aangezien.

De helft van de Nederlandse Eredivisie-clubs maakt gebruik van deze data.
De betreffende clubs hebben mensen in dienst die de data in strategische overwegingen vertalen. Deze analisten richten zich op komende tegenstanders en het eigen team. Ze adviseren de coach over opstelling en speelwijze en adviseren de spelers. Hoe kun je die en die speler het makkelijkst passeren?
Ook Bert van Marwijk had zulke informatie tot zijn beschikking. Maar of analyticus van NEC Wim Rip dagelijks de statistieken van een falend Oranje bij de bondscoach bracht, is de vraag.

‘Statistieken zorgen voor de ratio in emotionele beslissingen die bij sport komen kijken.’
Zegt Blangé. ‘Vooral als de emoties hoog oplopen, kunnen cijfers uit het verleden de doorslag geven.’ Zelf herinnert hij zich het matchpoint tegen tijdens de gouden volleybalfinale op de Olympische Spelen van 1996. Door de druk was het moeilijk helder na te denken, waardoor Blangé koos voor de statistisch grootste kans op een goede afronding. In dit geval was dat spelen op Bas van der Goor.

De tv-woordvoerder Michele Santoni is analyticus bij Ajax en geen presentator.
In tijden van competitie spreekt Santoni dagelijks met Frank de Boer over zijn bevindingen. Hij werd aangetrokken toen Martin Jol de dienst uitmaakte, die volgens Santoni “geen genoegen nam met ‘ik denk dat’”. ‘Jol wilde cijfers zien. De Boer is daar losser in.’ De NOS koos voor Santoni omdat ze een professional wilde en geen presentator. Net zoals een weerman het weer presenteert. Santoni, Italiaan, kwam vier jaar geleden naar Nederland om voetbalcoach te worden en ging aan de slag bij de C1 van HFC Haarlem. Vanwege zijn goede contacten met de familie Jol en zijn opleiding tot ICT-expert kwam hij bij Ajax terecht als video-analist. Hij leerde de taal op straat, omdat hij elk jaar naar Nederland op vakantie ging met zijn Nederlandse moeder. De broer van Martin Jol stuurt Santoni na de uitzending elke dag een plagerig sms’je met de taalfouten die hij gemaakt heeft.